Eenstijlige meidoorn

Eenstijlige meidoorn is een plant uit de Rozenfamilie, die bijna overal in Europa zeer algemeen voorkomt. De soort is meestal als struik te vinden in hagen, struwelen en loofbosranden, soms ook wel als kleine boom, bijvoorbeeld in de duinen, waarbij de vorm sterk beïnvloed wordt door de wind. De Eenstijlige meidoorn wordt tot 4,5 meter hoog en kan bij uitzondering tot 10 meter hoog worden.

De struik vertakt bij de grond en heeft een lage kroon. De aanvankelijk gladde en bruine schors wordt later donkerder en is dan ruw gebarsten tot geribbeld. De twijgen zijn donkerrood of bruin. Ze hebben scherpe, 1-2,5 centimeter lange doorns. De knoppen zijn zeer klein, roodachtig zwart en schubbig.

De bladeren hebben een driehoekig tot eironde omtrek en zijn diep gespleten waarbij ze drie tot zeven lobben hebben. De randen zijn aan de top gezaagd. De bladsteel is circa 3,5 centimeter lang. Het blad is matgroen van boven. Aan de voet en in de oksels van de nerven zitten witte haartjes.

De bloemen zijn 0,8-1,5 centimeter breed. De komvormige kroonblaadjes overlappen elkaar gedeeltelijk. Er zijn veel meeldraden met paarse helmknoppen, die bij rijpheid zwart worden door het pollen. Er is maar één stijl, vandaar de naam. Na bevruchting ontstaan circa 1 cm grote eivormige vruchten. Tijdens het rijpen verkleuren ze van groen tot donkerrood.

Eenstijlige meidoorn komt voor op vrijwel alle vochtige redelijk voedselrijke gronden en heeft ook van nature standplaatsen op de steile, kalkrijke hellingen in Zuid-Limburg. De soort wordt veel aangeplant in heggen en dient daarbij als natuurlijke veekering. In de duinen komt ze tegenwoordig veel meer voor, omdat de beweiding daar is afgenomen.